Bubbel

Het is niet de mooiste dag, waarop wij onze nieuwe camper mogen ophalen in Onna. 21 december 2020, de kortste dag in het jaar en midden in de coronacrisis. Het plan is om meteen vanuit de dealer naar een camperplaats in de buurt te rijden. Veel bagage meenemen is dus een vereiste, want we weten niet hoe lang ons eerste reisje door Nederland gaat duren.

Terwijl wij de zware tassen stapelen op het karretje, dat altijd in de gemeenschappelijke tuin van ons appartement in Sint Annaparochie voor zulke situaties klaarstaat, horen we dat onze overbuurman die nacht is overleden. Zo'n bericht doet de opwindende reiskoorts natuurlijk gelijk een aantal graden dalen. Na een praatje met de conciërge en de ergste schrik te boven, stouwen we alle spullen in de camperbus. Met weemoed, want die heeft ons toch wel mooi zes jaar lang door Europa vervoerd; van oost naar west, van noord naar zuid.

Onderweg verruilen we een zonnig Friesland voor een zonnig Drenthe. De dealer heeft de koffie klaar en met hem mijmeren we over alle mogelijkheden die ons staan te wachten. Niet te lang, want er is werk aan de winkel. Een rondleiding van maar liefst anderhalf uur door en om ons nieuwe huisje van 7.40 meter lang, 2.30 meter breed en 3.10 meter hoog: een grote 'witte koelkast' met een luxe hotelinrichting. Niet direct de droom die we voor ogen hadden, maar veel anders is er niet op campergebied, zeker niet als je er een beetje comfortabel in wilt toiletteren en douchen. De gezelligheid moeten we er zelf in brengen.

Nooit geweten dat er zo veel te vertellen valt over het gebruik van een camper. Bij elk luikje - of het nu over schoon of vuil water, het cassettetoilet, de brandstof of de gasflessen gaat - staan we zeker vijf minuten stil. En elke luikje heeft een slot. Binnen is het al niet veel beter. Een controlepaneel voor water en elektriciteit, een omvormer, een kastje voor de instelling van boiler, kachel, gas- en elektriciteitsverbruik, temperatuur en ventilator, de bediening van de televisie, de schotel... Vakjes op de vloer met daaronder laadruimtes, accu's, watertanks, de kachel. Een inklapbaar trapje, een stuur met met meer dan tien knopjes, de boordcomputer met navigatie en radio. Ik weet zeker dat ik wat vergeet. Kortom, het duizelt ons compleet als we de spullen uit de camperbus overladen naar de garage van het nieuwe onderkomen. Ook zoiets, waarover ik me verbaas: de relatief kleine laadruimte achterin die aan twee zijden kan worden geopend en onder meer bedoeld is voor het stallen van de fietsen, heet garage!

En daar staan we dan. Klaar voor een nieuwe episode in ons leven die wordt vereeuwigd door de dealer. Hij maakt er een klein feestje van. We krijgen bloemen en een fles wijn. Tot slot de betaling die de hele middag niet van de grond wil komen. Banken worstelen met storingen en wij worstelen mee. Net als het voorzichtig begint te druppelen, krijgen we contact en kan ons avontuur echt beginnen.

Uitgezwaaid door de dealer rijden we weg. De regendruppels hebben zich vermenigvuldigd en stromen in grote getale naar beneden. Rienk rijdt. Op de proefrit na de eerste keer dat we zo'n grote bak besturen. Doodeng. Het begint al te schemeren, de straten glimmen en we zweten al bij het zien van een tegenligger. De bediening van de boordcomputer blijkt een te grote uitdaging. Met de smartphone op mijn knieën schreeuw ik de wegaanwijzingen boven het geluid van de motor en de regen uit. Na een goed halfuur bereiken we de camperplaats in Lhee, nog maar een halfjaar in gebruik. Voordat we een plekje opzoeken, halen we water. 180 liter. Kunnen we voorlopig mee vooruit.

Een diepe zucht en een gevecht met de 'bearlock' verder, geven we elkaar een high five. De eerste hobbel is genomen. Het inrichten van de kastjes kan beginnen. In de stromende regen en soppend in de modderpoel die door het alsmaar vallende water is ontstaan, slepen we de belangrijkste zaken naar het 'voorhuis'. Daarna is het tijd voor de avondmaaltijd. Brood dit keer, want veel puf hebben we niet meer. Na een kort televisieavondje zoeken we ons bed op. Een Kingsize met schoteltjes. Koninklijk lekker. Moe en voldaan luisteren we naar het tikken van de regen. Wen er maar vast aan, schiet het door me heen. Voor de komende week is geen ander weer voorspeld. Maar dat geeft niets. Wij zijn beschermd, tegen regen én corona. Wij hebben onze bubbel gevonden.